Nehemia 6:16

SVEn het geschiedde, als al onze vijanden [dit] hoorden, zo vreesden al de heidenen, die rondom ons waren, en zij vervielen zeer in hun ogen; want zij merkten, dat dit werk van onzen God gedaan was.
WLCוַיְהִ֗י כַּאֲשֶׁ֤ר שָֽׁמְעוּ֙ כָּל־אֹ֣ויְבֵ֔ינוּ וַיִּֽרְא֗וּ כָּל־הַגֹּויִם֙ אֲשֶׁ֣ר סְבִֽיבֹתֵ֔ינוּ וַיִּפְּל֥וּ מְאֹ֖ד בְּעֵינֵיהֶ֑ם וַיֵּ֣דְע֔וּ כִּ֚י מֵאֵ֣ת אֱלֹהֵ֔ינוּ נֶעֶשְׂתָ֖ה הַמְּלָאכָ֥ה הַזֹּֽאת׃
Trans.wayəhî ka’ăšer šāmə‘û kāl-’wōyəḇênû wayyirə’û kāl-hagwōyim ’ăšer səḇîḇōṯênû wayyipəlû mə’ōḏ bə‘ênêhem wayyēḏə‘û kî mē’ēṯ ’ĕlōhênû ne‘eśəṯâ hamməlā’ḵâ hazzō’ṯ:

Algemeen

Zie ook: Eerbied, Ontzag, Vreze, Heiden, Heidenen

Aantekeningen

En het geschiedde, als al onze vijanden [dit] hoorden, zo vreesden al de heidenen, die rondom ons waren, en zij vervielen zeer in hun ogen; want zij merkten, dat dit werk van onzen God gedaan was.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יְהִ֗י

En het geschiedde

כַּ

-

אֲשֶׁ֤ר

als

שָֽׁמְעוּ֙

hoorden

כָּל־

al

א֣וֹיְבֵ֔ינוּ

onze vijanden

וַ

-

יִּֽרְא֗וּ

zo vreesden

כָּל־

al

הַ

-

גּוֹיִם֙

de heidenen

אֲשֶׁ֣ר

die

סְבִֽיבֹתֵ֔ינוּ

rondom

וַ

-

יִּפְּל֥וּ

ons waren, en zij vervielen

מְאֹ֖ד

zeer

בְּ

-

עֵינֵיהֶ֑ם

in hun ogen

וַ

-

יֵּ֣דְע֔וּ

want zij merkten

כִּ֚י

dat

מֵ

-

אֵ֣ת

-

אֱלֹהֵ֔ינוּ

onzen God

נֶעֶשְׂתָ֖ה

gedaan was

הַ

-

מְּלָאכָ֥ה

werk

הַ

-

זֹּֽאת

-


En het geschiedde, als al onze vijanden [dit] hoorden, zo vreesden al de heidenen, die rondom ons waren, en zij vervielen zeer in hun ogen; want zij merkten, dat dit werk van onzen God gedaan was.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!